Jur sprak met Gijs van The Optimist
Serie – Groene communicatiebureaus: Fitzroy
In negen van de tien commercials zijn zo’n beetje alle menselijke kleuren en seksuele voorkeuren vertegenwoordigd. En of het nu over benzine of vega-burgers gaat, elk bedrijf claimt ondertussen de planeet te redden. Waar komt het vandaan, waar gaat het heen en is het een oplossing? De insiders aan het woord…
Wereldverbetering als ultieme businesscase
Fitzroy is de naam van de kapitein op de Beagle, het schip waarmee Darwin over de wereld voer. En het bureau Fitzroy is zo genoemd omdat het volgens zowel Darwins theorie als die van oprichters Jur Baart en Marnix Tiggeloven bij veel in het leven draait om de mate waarin we ons kunnen aanpassen aan verandering. Veertien jaar geleden zijn ze begonnen en ondertussen werken ze met vijfentwintig mensen voor grote klanten als PepsiCo, ANWB, Shimano, en bekende duurzame merken als Naïf en Yumeko. Niet elke klant van Fitzroy is honderd procent groen. Dat is bewust, zo blijkt…
Jur Baart: ‘Als je begint met zo’n bureau komt dat natuurlijk voort uit de gedachte dat jij het anders en beter gaat aanpakken. En ja, wij zijn er vanuit gegaan dat degenen die het best in staat zijn zich aan te passen aan de veranderingen het het beste doen. En – ook een deel van de filosofie, daarvoor moet je de dingen anders durven bekijken en een eigen en andere invalshoek kiezen. We noemen dat wel the art of looking sideways. Het andere principe waarop het bureau gefundeerd is, is dat we voortdurend onderzoek doen naar wat er zich maatschappelijk speelt en welke richting dat op gaat. We hebben twee mensen bij ons werken die daar fulltime mee bezig zijn. Trendwatchers noemde je dat vroeger. Maatschappelijk relevantie is de basis van alles wat we doen.
Aantrekkelijk verhaaltje
‘We zijn zelf bezig B-Corp te worden, dus aan de hoogste standaarden te voldoen op het gebied van duurzaamheid, transparantie, werkgeverschap en inclusiviteit. En je kan er niet omheen dat dat een van de bepalende ontwikkelingen is, ook voor onze klanten. De tijd van we hebben een nieuwe koffiesmaak bedacht en verzin daar eens een aantrekkelijk verhaaltje bij, is geweest. Bedrijven moeten niet alleen kunnen laten zien wat ze bijdragen aan de maatschappij maar ook hoe het zit met de toeleveranciers. Hoe wordt het gemaakt. Is dat ook duurzaam? Is het fair? Er was een tijd waarin dat was voorbehouden aan de kleine idealistische merken. Nu zie je dat ook de grote multinationals dat in toenemende mate doen.
Grootste impact
‘Daar omheen zien we dus ook steeds meer discussie ontstaan. Ok, Danone heeft B-Corp certificatie, maar het is wel een miljarden bedrijf, maken ze dat echt waar? En komen we er langs die weg? Halen we met die ontwikkeling de klimaatdoelstellingen? Dat zijn legitieme vragen die we tegenkomen. Een van de standpunten is dat het wel van de grote corporaties moet komen. Dus ja, ik geloof daar ook in. De regeringsleiders willen gekozen worden, dus die beloven van alles maar zijn meestal over een aantal jaar weer verdwenen. Wij werken ook voor de grotere merken die nog niet aan alle criteria voldoen. Ook omdat juist die de grootste impact kunnen maken. Ik wil midden in die verandering staan, ook al schuurt dat soms. Het is ook een van de uitgangspunten van het bureau. We serve change makers, staat er bij ons op de deur. Maar ik ben het ook aan mijn dochtertje van negen verplicht. Je kunt er niet meer voor weglopen.’ •
The Optimist is een onafhankelijk opinietijdschrift over mensen en ideeën die de wereld veranderen.
Door: Gijs de Swarte