Meer vrouwen graag. En meer kleine bureaus

May 02, 2019

Jur Baart (Fitzroy) trad in 2018 bij de Esprix aan als bestuurslid. Hij was (en is, zo blijkt ook nu weer) ambitieus in stellen van doelen. Zo liet hij vorig jaar weten een aantal zaken nòg beter over de bühne te willen krijgen. Hij wilde de beste cases en de beste jury’s. Is hij in zijn misse geslaagd? En wat staat er voor volgend jaar op stapel?

Jur Baart: ‘Ik was ontzettend blij met de juryleden van deze editie. We zijn op zoek gegaan naar de top binnen het bedrijfsleven, strategische, creatieve en productiebureaus die het werk niet alleen op resultaat kunnen beoordelen. Maar zeker ook op creativiteit. Daarbij hebben we geprobeerd om zoveel mogelijk vrouwelijke juryleden aan boord te krijgen, maar dit vond ik zelf nog niet optimaal. Dit kan volgend jaar beter.

Wat betreft de cases zie je een aantal succesverhalen terugkomen zoals bijvoorbeeld Knalplanga of de Smartsuit van Samsung. En ik ben blij dat ook mooie cases als Skoda en Zeeman bij ons komen bovendrijven. Dat maakt de Esprix Awards denk ik ook zo bijzonder. Ik weet hoe moeilijk het is.

Wat waren jouw persoonlijke favoriete cases dit jaar en waarom?

‘Jaloersmakend en lef. Dat waren de termen die ik vroeger gebruikte om als juryvoorzitter een betere case te scheiden van een mooie case. Zou je hem zelf gemaakt willen hebben en misschien nog wel belangijker: had de opdrachtgever het lef om dit aan te durven. Knalplanga heb ik al genoemd. Heel erg knap hoe Roorda het voor elkaar heeft gekregen om dit uiteindelijk bij nota bene de overheid erdoor heen te krijgen. Chapeau. Ik weet hoe moeilijk het is als wij weer iets voorstellen voor Doritos binnen het bolwerk van Pepsico. Daar komen veel juridische specialisten aan te pas. Verder vind ik Carnavalvrij nog steeds super. Simpel en krachtig idee, dat tot in de puntjes is uitgewerkt. Heerlijk.’

De Esprix claimt ook een rol in de verdere professionalisering van het vak. Slaagt de organisatie hierin voldoende naar jouw mening? En zo ja, hoe?

‘De Esprix staat voor 2 pijlers: effectiviteit en creativiteit. Die moeten in balans zijn. Ik heb weleens een award show meegemaakt waarbij een hondendrol met een vlaggetje erin werd bekroond. Toen mooi. Maar vandaag de dag telt dat niet meer. Zeker niet voor opdrachtgevers. Het moet zeker effectief zijn. En mooi. Als iedereen zich daar meer bewust van wordt, dan worden de briefings van de marketeers beter, de kitchen reviews en daarmee denk ik ook het vak. Spreek het uit.

Hoe hoog schat je de overall kwaliteit van het werk momenteel in?
In dat kader quote ik jou nog even: “Alleen met 100% lef krijg je jaloersmakend werk”

‘Gelukkig hebben de juryleden een paar hele mooie cases geselecteerd die volgens mij terecht in de spotlights mogen staan. Daar zie je lef in terug. Maar je merkt dat afgelopen jaar een rommelig jaar was. Ik zag best wel wat goede marketeers naar andere merken stappen. Ook supercreatieven en -strategen naar andere bureaus. Timings werden korter. Budgetten minder. En ineens leek iedereen de 6 seconden preroll te omarmen. Om jaloersmakend werk te maken moet alles ook wel meezitten en bovenstaande werkt daar niet bij. Een stabiele relatie, goede strategen en creatieven en een nog betere marketeer kunnen daar wel voor zorgen. En spreek het naar elkaar uit. Want iedereen in het vak wil de beste resultaten op de meest creatieve manier. Laatst zei een opdrachtgever tegen mij: “Jur, ik wil een gouden Esprix Award”. Kijk, dan gaat het stromen.’

Heb je, met de leerschool van deze editie van de Esprix, al een paar speerpunten voor 2020 in gedachten?

Meer vrouwen in de jury. Meer kleinere bureaus die meedoen.

Jur vult in

De Esprix: lovebrand of hebbeding...

lovebrand: als je er ooit eentje wint, dan wil je er nog een.

Een Esprix winnen, is waardevol omdat...

resultaat en creatie als even belangrijk worden beoordeeld.

Je belangrijkste bijdrage aan het bestuur tot nu toe...

Jacqueline en Dick in toom houden.

De bestuurlijke blooper die je niet had zien aankomen...

ik zit nog steeds in mijn proefperiode. Misschien had ik dat goed moeten regelen bij mijn aantreden 🙂